|
||||||||
|
Een mens blijft maar dingen ontdekken in deze branche: we leerden drummer/percussionist Jan Kadereit kennen via de Dinamarca-plaat van Raphael Gimenes en zoals dat dan wel eens gaat, deed een of andere tamtam zijn werk en zo kregen we recent een mailtje van de man zelf, die ons aankondigde dat hij nieuw werk in de pipeline had zitten en de vraag stelde of we daar iets konden over schrijven. Dat kon en kijk: het was deze plaat, waar Jan het over had en het is iets heel bijzonder geworden: een gamelan-cd, zowaar. Nu zijn we in dit huis wel wat gewend, maar ik geef toe: dit vroeg toch om een stapje extra. Dat stapje hebben we gezet en daar zijn we nu bijzonder blij om, want eens we door de eerste paar beluisteringen heen waren, opende zich gaandeweg een heel fraai klankenspel. Ik schreef bijna “schouwspel”, maar dat zou wat gewrongen hebben, al veroorzaken de klanken- en harmonieën die je op deze plaat tegenkomst, toch wel enig visueel neveneffect. Althans, dat deden ze bij mij. Het Gamelan-ensemble Salukat is in zijn wereldje bekend om zijn vermogen om de bestaande grenzen van het genre af te tasten en te verleggen. Ze beschikken over twee sets van instrumenten, die in twee verschillende toonladders gestemd zijn, wat enorm veel mogelijkheden biedt, zowel op het vlak van melodie -er ontstaan heel veel nieuwe en verrassende klankencombinaties en, in combinatie met de rijke ritmepatronen -nu eens razendsnel, dan weel heerlijk traag, creëert dat een waaier aan auditieve mogelijkheden, die steevast verrassend en soms zelfs een tikkeltje verwarrend zijn. De jazz is nooit veraf, maar doordat je met oer-klassieke instrumenten zit, klinkt dat best ongewoon, maar zeker niet onaangenaam. Integendeel: je aandacht als luisteraar wordt flink geprikkeld en je moet wel een beetje je best doen om “bij” te blijven. De luisterervaring wordt er des te intenser door en je hebt het gevoel naar iets te luisteren, dat je nooit eerder hoorde. Naar de woorden van Kadereit zelf: het is verbazend hoezeer ritme onze perceptie van “tijd” (ver)vormt. Soms is dat op deze plaat doordat met poly-ritmes gewerkt wordt, soms doordat alles traag en gestrekt gespeeld wordt, zodat het gevoel van “tijd” eigenlijk wegvalt. Muziek bestaat niet zonder de context van tijd: je kunt ze niet horen, tenzij je er doorheen beweegt. In het slotstuk van deze plaat, “Dalai di Alam”, dat ruim 22 minuten duurt, wordt dat behoorlijk ver doorgedreven en het gevoel van “tijd”, lijkt wel over te gaan in het “eeuwige nu”. Zo’n formulering had ik zelf nooit kunnen bedenken, maar ik kan ze wel begrijpen en zelfs onderschrijven. Dit is een geweldig interessante plaat die echter het best geschikt is voor luisteraars met flink wat ervaring en zonder vrees voor genrebeperkingen. Avontuurlijke muziek dus en te ontdekken. (Dani Heyvaert)
|